Beschrijving
De druiven voor deze wijn worden met de hand geoogst, aan het einde van de derde week van september om rijpe en zoete tannines te behouden. Maceratie met de schil, fermentatie bij een temperatuur van 25 graden Celsius.
Nagisting van de restsuikers geschiedt in stalen tanks bij een gecontroleerde temperatuur (16-18 graden Celsius) met zoete most om mooie en fruitige aroma’s te verkrijgen.
Kleur: diep robijnrood met violetkleurige reflecties.
Boeket: fruitige tonen van wilde bessen en rijpe kersen, gevolgd door bloemige aroma’s van viooltjes, typisch voor deze druivensoort.
Smaak: fijn gestructureerd, droog, licht tanninerijk, sprankelend en uitnodigend.
Aanbevolen drinktemperatuur: 18° Celsius.